donderdag 20 maart 2014

Bestuur en Geografie van Spanje


  Spanje werd in 1975 een democratie, toen er een einde kwam aan de dictatorschap van Franco, die sinds de Spaanse Burgeroorlog [1936-1939] aan het bewind was geweest. In 1978 werd de regeringsvorm officieel veranderd in een constitutionele monarchie.
Spanje is in bestuurlijk opzicht verdeeld over 17 autonome regio's die in het Spaans "comunidas Autonomas" worden genoemd. Deze regio's zijn op hun beurt weer onderverdeeld in provincies.
Spanje is het meest gedecentraliseerde land van de Europese Unie. Dat wil zeggen dat het land in bestuurlijk opzicht veel zeggenschap heeft overgelaten  aan de lokale autoriteiten zoals de autonome  regio's. Deze regio's zijn ten opzichte van elkaar volkomen onafhankelijk. Er zijn 3 regio's die onder een speciaal regime vallen, het zijn Baskenland, Catalonië, en Galicië, ze hebben meer bevoegdheden en elk een eigen taal.

de regio's in Spanje




  De Via de la Plata start in Sevilla en doorkruist 4 dunbevolkte Spaanse Regio's:
 

  •  Andalucia          81 inw./km2
  • Extremadura       25 inw./km2
  • Castilla y Leon   27 inw./km2
  • Galicia                92 inw./km2
  Dit zijn met name in Extremadura, bijzonder lage bevolkingsdichtheden. Ter vergelijking : Het Baskenland heeft een bevolkingsdichtheid van 290 inw./km2. De Via de la Plata voert ons dus grotendeels door een leeg land.


extremadura


We trekken door de volgende min of meer grote steden :
  • Sevilla         700.000 inw.
  • Merida           51.000 inw.
  • Caceras          84.000 inw.
  • Salamanca   186.000 inw.
  • Zamora          68.000 inw.
  • Ourense       108.000 inw.
  • Santiago      106.000 inw.
     
Sevilla  Goede Vrijdag 2013

We steken de volgende grote rivieren over:
  • De Quadalquiver      in Sevilla
  • De Quadiana            in Merida
  • De Almonte/ Taag   voorbij Caceras
  • De Tormes               in Salamanca
  • De Duero                 in Zamora              
  • De Mino                  in Ourense


Sevilla aan de gekanaliseerde Quadalquivir

                                     


Reisgedichten




        Op Reis

 
        Ik moet mijn reis nog reizen
        mijn leven weer gaan
Kathedraal in Sevilla
        mijn moeder nog kussen
        taal opnieuw leren verstaan


        Ik moet mijn lief nog ontmoeten
        alles begint weer van vooraf aan
        onze kinderen weer begroeten
        wanneer zij komen en gaan


        Ik ben verstard in het heden
        het verleden is te snel voorbij gegaan                        
        nu ik zwerf naar het zuiden
        wil ik de tijd bijna stil laten staan


        Wie nooit op reis gaat
         komt nooit ergens aan
         juist om thuis te komen
         ben ik op reis gegaan

      
          Pieter Quelle                                                                                                          
        


         

Povlakte in Italië
        Reizen is zijn hart
        losrukken van het beminde,
        fier en onbevreesd,
        om het weer te vinden,
        schoner nog
        dan het ooit voordien
        is geweest.                                     


        Bertus Aafjes
   

Wie was Jacobus de Meerdere?





 Al in de vroege middeleeuwen kwamen vanuit alle landen bedevaartgangers naar de kathedraal van Santiago de Compostela . Op hun lange reis vol ontberingen trokken ze de Pyreneeën over, keerden hun schreden westwaarts en trokken door Noord- Spanje naar hun einddoel in Galicië.
"Ultreia!" zongen de middeleeuwse pelgrims onderweg, "Voorwaarts, voorwaarts!" door donkere wouden en over bergpassen, in snijdende kou en verzengende hitte. Het lied begeleide miljoenen pelgrims op hun voetreis naar Santiago de Compostela om er eer te bewijzen aan de apostel Jacobus.
Men maakte zich bekent als pelgrim door het dragen van een wijde cape, een breedgerande hoed, een reisstaf, een kalebas als drinkfles en een leren schoudertas.

Jacobus was- samen met zijn broer Johannes- bij de eerste apostelen die door Jezus geroepen werden, na Petrus en Andreas.
Jacobus de Meerdere behoorde samen met Petrus en zijn broer Johannes tot de drie bevoorrechten onder de apostelen. Hij was de zoon van Zebedeus en Marie-Salome. De toevoeging "de Meerdere" dient ter onderscheiding van zijn gelijknamige collega-apostel de zoon van Alfeus die dan de "mindere" wordt genoemd.

Over hoe het gebeente van de Heilige naar de kathedraal van Santiago is gekomen, doen verschillende legenden de ronde. Jacobus zou na de dood van Jezus in Spanje het christendom verspreid hebben. Hij zou toen via Cartago Nova, het huidige Cartagena, in Spanje terecht gekomen zijn. In 44 na C. keerde hij naar Jeruzalem terug, werd op bevel van Herodes Agrippa gevangen genomen, en stierf in Caesarea als eerste van de apostelen daar de marteldood.
Later in de geschiedenis van Europa ontstond de mooie legende dat na de marteldood, twee van zijn leerlingen, zijn lichaam naar de kust brachten, er mee in een bootje stapten, zich door de zeestromingen lieten leiden en zo na zeven dagen in Galicië terechtkwamen in Iria Flavia[ het huidige Padron.]

Eeuwen gingen voorbij, waarna pas in het jaar 811 volgens de legende zijn stoffelijke resten door de kluizenaar Pelayo werden aangetroffen op een oud Romeins grafveld met de naam Campus Stellae,
een plaats waar een schitterende ster de vinder van het graf naar toe had geleid.
Deze vondst heeft grote gevolgen. Er wordt natuurlijk een bedehuis gebouwd waaromheen zich een snel groeiende christengemeenschap vestigt. Met de groei van de totaal nieuwe bevolkingskern op deze locus sancti Jacobi wordt de kiem gelegd voor de stad die onder de naam Santiago de Compostela de geschiedenis zal ingaan.
Spanje leeft in de negende eeuw grotendeels onder het juk van de Moren, en de apostel wordt geassocieerd met de strijd tegen de Moren. Geroemd om zijn inbreng in de Reconquista, de heroveringstrijd, wordt hij onze machtige beschermer genoemd. Later ontstond de mythe van San Iago Matamoros, de Morendoder is geboren.