donderdag 3 april 2014

De geschiedenis van de Via de la Plata



Aan de oorsprong van de Via de la Plata ligt een geheel van natuurlijke wegen ten grondslag, een stelsel van paden die de dalen en rivierwaden opzochten. Dit werd gebruikt door verschillende volken bij hun doordringen op het Iberisch schiereiland.
De Romeinen maakte van dit stelsel van natuurlijke wegen gebruik om de "Iter ab Emerita Asturicam" aan te leggen, de weg van Merida naar Astorga. Onder keizer Augustus begon men met de aanleg en in de loop van de tijd werd de route hersteld door andere keizers, zoals Hadrianus en Trajanus, Nero en nog enkele anderen van wie de namen op de bewaarde mijlpalen, miliario's, voorkomen.
Na de Romeinse periode trokken de Arabieren noordwaarts over deze route op hun veroveringstocht van Europa. Uit de Moorse periode wordt vooral de veldheer Almanzor vermeld.
Hij trok over de Via de la Plata naar Compostela ,in 997, om de stad te verwoesten en nadien de klokken van de kathedraal over te brengen naar Cordoba, over de Via de la Plata, op de schouders van de christelijke krijgsgevangenen.
Gedurende de Reconquista trekken de Christelijke legers op hun beurt zuidwaarts over de route.
Men zegt dat de geschiedenis zich herhaalt, en inderdaad, na de verovering van Cordoba, worden de klokken van de kathedraal van Santiago, uit de Mezquita gehaald, waar ze dienst deden als lampen en op de schouders van Moorse krijgsgevangenen naar Compostela teruggebracht.
Diverse andere stoeten trekken over de Via de la Plata. Zo worden de resten van Isidorus van Sevilla naar León overgebracht waar ze in de basiliek worden bijgezet.
Onder de katholieke koningen, Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilla, wordt de Via de la Plata opgenomen in het netwerk van "canadas" en Caminos Reales. Deze koningen deden een inspanning om het geheel van wegen in Spanje te harmonizeren, waartoe vele decreten werden uitgevaardigd.
In de 15de eeuw trekken heel wat toekomstige ontdekkingsreizigers van Amerika,Las Indias genaamd in Spanje, over deze route gedurende hun tocht naar hun inschepingsplaats in Sevilla.
Tot in de 19de eeuw zal de Via de la Plata in gebruik blijven als een van de belangrijkste wegen in westelijk Spanje. Ze wordt voor de laatste maal vermeld als koningin Isabel de tweede ze gebruikt op haar tocht naar de achtergebleven streek van Las Hurdes in Extremadura.
De Via de la Plata wordt vanaf de 11de eeuw gebruikt door de pelgrims uit het zuiden. Vanaf 1085, na de herovering van Toledo door de Christelijke legers, gaan de eersten op weg, bevrijde christenen en bekeerde moslims.
Een grote rol is weggelegd voor de Ridderorde van Santiago, deze orde zal zeer machtig worden in de Extramadura en de gebieden veroverd op de moslims.
In de 13de eeuw verovert Fernando III el Santo, de heilige koning, Cordoba en later Sevilla, zodat de hele Via de la Plata nu voor de pelgrims open ligt.
vanaf dat moment worden kerken gebouwd die toegewijd zijn aan Santiago, er komen hospitalen voor pelgrims en hierbij spelen de vele commanderijen van de ridderorde van Santiago een grote rol.



1 opmerking: